Activiteiten van het dagelijks leven

Wassen, kleden, toiletbezoek, verplaatsen, oriëntatie, dossiers

1. Wassen

Iedere bewoner moet dagelijks kunnen rekenen op een totale hygiëne. Behalve het wassen van het lichaam zijn haar, ogen, nagels, neus, oren, voeten bijzondere aandachtspunten. Zelfzorg wordt gestimuleerd, maar er is voldoende aandacht voor de opvolging ervan. Zowel bedbad, douche als het bad worden aangeboden en naargelang van de noodzaak, met een minimum van éénmaal per week gegeven. Onze bewoners krijgen de mogelijkheid, volledig vrijblijvend, om naar de kapper te gaan. Eénmaal per week komt de kapster aan huis. Tussendoor staat het verzorgend personeel in voor de haarhygiëne. Eenmaal per week komt er ook een pedicure aan huis. Indien noodzakelijk en in algemeen overleg met de hoofdverpleegkundige en het verplegend en verzorgend personeel worden de desbetreffende residenten ingeschreven bij de pedicure. Tussendoor staat het verplegend en verzorgend personeel in voor het knippen van de nagels.

2. Kleden

Indien nodig wordt er vers ondergoed aangedaan. De bovenkledij wordt regelmatig gewassen en is volledig vrij van vlekken. De kledij wordt smaakvol samengesteld. Tijdens de volledige dag houdt het personeel in de gaten of de kledij nog in orde is. 's Nachts beschikt iedere bewoner over propere nachtkledij die minimaal wekelijks ververst wordt. Ook voor het zich kleden wordt zelfzorg gestimuleerd, maar iedere bewoner kan rekenen op de nodige bijstand.

3. Toiletbezoek

In het gebouw zijn toiletten aanwezig, zowel in de buurt van de gemeenschappelijke ruimtes als op de kamers. De toiletten worden dagelijks gereinigd en ontsmet en krijgen een extra beurt bij vaststelling van onreinheden. Bewoners die bijstand nodig hebben voor het toiletbezoek kunnen op een discrete hulp rekenen. De deuren zijn steeds gesloten. Incontinentie wordt maximaal voorkomen door mictieprogramma's. Bewoners die toch incontinent zijn, kunnen rekenen op aangepaste incontinentiematerialen, zoals pampers, inlegkruisjes en onderleggers. Deze worden op regelmatige tijdstippen, volgens de voorschriften van de fabrikanten, verwisseld. Het personeel krijgt minstens éénmaal per jaar een opleiding in het gebruik van het incontinentiemateriaal.

4. Verplaatsen

Mobiliteit is voor iedere bewoner belangrijk. Een belangrijk deel van de dag wordt door de bewoners in de polyvalente zaal doorgebracht. Iedereen moet maximaal aan het sociale leven in de polyvalente zaal kunnen deelnemen. Het gebouw dient overal voorzien te zijn van de nodige leuningen. Tevens biedt het personeel ondersteuning waar nodig of gewenst. Bewoners die erom verzoeken kunnen met de wagen gebracht en gehaald worden, indien er externe animatie voorzien wordt. Tevens wenst ons tehuis aansluiting te vinden bij activiteiten die in andere rusthuizen in de omgeving plaatsvinden, zodat de bewoners ook daarheen kunnen.

5. Oriëntatie in tijd en ruimte

Teneinde het geheugen te ondersteunen, worden regelmatig geheugentraining gedaan. In het huis zelf worden een aantal aanduidingen voorzien zodat men zich zo lang mogelijk kan blijven oriënteren. Dementerenden wensen vaak aandacht voor hun verhaal, ook al herhalen ze het voor de zoveelste keer. Toepassing van methodes zoals validation zijn hier op hun plaats.In het ganse huis moet aandacht zijn voor zaken die de zintuigen prikkelen (licht, kleur, muziek, …) en dient het personeel een snoezelhouding aan te nemen. Aangepaste opleiding voor de personeelsleden hiervoor is een noodzaak.

6. Dossiervorming

Het is vanzelfsprekend dat ieder personeelslid volledig vertrouwd is met de bewoners van de afdeling waar hij/zij tewerkgesteld is. Aangezien een individueel personeelslid géén 24 uur per dag aanwezig is in het huis, dient ieder personeelslid goed geïnformeerd te worden over de toestand van iedere bewoner en diens evolutie gedurende hun afwezigheid. Dossiervorming is dan ook belangrijk in het doorgeven van informatie naar alle personeelsleden en in de opvolging van iedere bewoner.

Volgende dossiers worden voorzien:

  • briefingblad, waarop de aandachtspunten voor een dag, doktersbezoeken, labo-onderzoeken, eventuele ziekenhuisopnames en belangrijke punten van bewoners genoteerd worden.
  • zorgdossier: het zorgdossier bestaat uit een aantal onderdelen:
    • identificatiegegevens, medische en sociale anamnese (een levensverhaal);
    • verpleegkundige en zorgkundige zorg;
    • kiné, ergo, animatie;
    • medicatie

De relevante gegevens van de bewoner worden in deze dossiers bijgehouden. Hoofdverpleegkundige, hoofd bewonerszorg, ergotherapeut, animatrice en kinesist werken maandelijks een aangepast zorgplan voor iedere bewoner uit en bespreken dit met de bewoner of diens vertegenwoordiger op regelmatige basis.

  • medisch dossier: dit dossier omvat de specifieke medische informatie over iedere bewoner. Dit dossier wordt bijgehouden door de huisarts.

Inzagerecht in de dossiers:


briefingblad zorgdossier medisch dossier
Directie ja ja ja (1)
Hoofd bewonerszorg ja ja ja
Hoofdverpleegkundige ja ja ja
Verpleegkundigen ja ja ja
Verzorgenden ja ja nee
Huisarts ja ja ja
Vervangend huisarts ja ja ja
Kinesist ja ja nee
Ergotherapeut ja ja nee
Animatrice ja ja nee
Kwaliteitscoördinator ja ja ja (1)
Andere personeelsleden nee nee nee
Interne audit ja ja ja (1)
Externe audit ja ja ja (1)

(1) de dagelijks verantwoordelijke, de kwaliteitscoördinator, de interne en de externe auditor hebben inzagerecht in de medische dossiers om na te gaan of het huishoudelijk reglement, dat tussen de arts en het rusthuis gesloten is, nageleefd wordt enerzijds en anderzijds om niet-nominatieve analyses te maken. Zij mogen de inhoud van het dossier niet beoordelen. De hoofdverpleegkundige kan ten allen tijde beslissen informatie uit een dossier door te geven aan een aangestelde van het rusthuis indien dit noodzakelijke is voor de correcte uitoefening van de functie van betrokkene en/of indien de dienstverlening naar de bewoner door deze inzage verbeterd wordt. Iedereen die deze dossiers inziet, is gehouden aan een strikt beroepsgeheim en het respecteren van de privacy van iedere bewoner. Het inzagerecht, het recht om iets te weten of iets niet te weten en de wijze waarop derden inzage kunnen hebben in de dossiers wordt geregeld volgens de bepalingen van de wet op de rechten van de patiënt. Indien uit evaluatie blijkt dat een huisvesting in ons huis niet meer de passende oplossing is , wordt hiervan een melding gedaan aan de hoofdverpleegkundige. Zij volgt dan de procedure zoals beschreven in 8.6. Gepastheid van de dienstverlening.